Onderzoeksraad focust op (crisis)noodopvang voor asielkinderen

DEN HAAG (ANP) – De Onderzoeksraad voor Veiligheid gaat in het onderzoek naar de veiligheid van kinderen in de asielketen zich specifieker focussen op kinderen die in de (crisis)noodopvang zitten. In april startte de organisatie een verkennend onderzoek, nu volgt een verdere aanscherping. De raad meldt dinsdag dieper te duiken in “situaties waarbij de fysieke en mentale gezondheid van kinderen in het geding is”.

Het onderzoek heeft tot doel antwoord te krijgen op de vraag waarom kinderen nog in deze opvanglocaties belanden, en wat ervoor nodig is om dit te stoppen. De organisatie hoopt voor eind 2025 het onderzoek af te ronden.

Al eerder concludeerden onder meer de Kinderombudsman, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid dat de leefomstandigheden in de crisis- en noodlocaties voor kinderen “ondermaats” en “onveilig” zijn, haalt de Onderzoeksraad aan.

Maandag constateerde het Kinderrechtencollectief ook dat het aantal asielkinderen in noodopvanglocaties met 65 procent is toegenomen in een jaar tijd: van 3400 in juli 2023 naar ruim 5500 dit jaar. Daar worden kinderrechten “dag in, dag uit met voeten getreden”, aldus voorzitter Marc Dullaert. Het zou volgens het collectief van toeval afhangen of een kind in de nood- of reguliere opvang terechtkomt, en daarmee wordt ook beslist of het kind naar school kan, medische zorg krijgt en het meermaals per jaar moet verhuizen. Kinderen zouden daarom “onmiddellijk” uit die noodlocaties gehaald moeten worden. Het collectief is bang dat de situatie verder verslechtert als het kabinet-Schoof een asielcrisis uitroept en de spreidingswet intrekt.

Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) stelt ook “liever iedereen” op te vangen in reguliere locaties, omdat die stabieler en duurzamer zijn, aldus een woordvoerder. Maar omdat die plekken vol zitten, komt zo’n 40 procent van de bewoners in de noodopvang terecht. Die is “overigens niet altijd slecht, maar zeker niet ideaal”. Volgens de woordvoerder is de aangeboden gezondheidszorg bij de verschillende soorten opvang vergelijkbaar, wel verhuizen mensen “vaker dan wenselijk” door de tijdelijke aard van noodlocaties. Dat heeft invloed op het onderwijs. Bij langer geopende locaties is dit door gemeenten en scholen “in veel gevallen beter geregeld”.

Bron: ANP