Trump: er niet zeker van of VS iets aan de NAVO moeten uitgeven

WASHINGTON (ANP/RTR) – De Amerikaanse president Donald Trump heeft donderdag gezegd dat hij er niet zeker van was of de Verenigde Staten iets aan de NAVO zouden moeten uitgeven. Hij vertelde verslaggevers dat de VS de NAVO-leden beschermen, maar dat zij “ons niet beschermen”.

Trump liet in het midden of hij doelde op het bedrag dat NAVO-landen aan hun eigen defensie besteden, waarvoor het bondgenootschap een minimum van 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) heeft afgesproken. Of dat hij sprak over de jaarlijkse afdracht van lidstaten aan de NAVO om haar hoofdkwartieren en andere machinerie draaiende te houden. Trump stelt de minimumnorm voor defensie-uitgaven vaker voor als een vorm van contributie, en landen die daaraan niet voldoen als wanbetalers.

“Ik weet niet of we íets zouden moeten uitgeven, maar we moeten hen zeker helpen”, zei Trump. Hij herhaalde dat de NAVO-bondgenoten 5 procent van hun bbp aan defensie zouden moeten besteden. Volgens ambtenaren en analisten zullen de andere NAVO-landen geen gehoor geven aan de oproep van Trump voor zo’n grote verhoging van de defensie-uitgaven. Een verhoging naar 5 procent is voor bijna alle NAVO-leden politiek en economisch onhaalbaar. Zo zou Nederland meer dan 33 miljard euro extra moeten uittrekken.

Eerlijke lastenverdeling

De VS staken vorig jaar bijna 3,4 procent van hun bbp in defensie. Bijna alle Europese bondgenoten zitten daar flink onder, al groeien hun defensiebudgetten de laatste jaren gestaag. De VS betalen bijna 16 procent van de NAVO-begroting en zijn daarmee samen met Duitsland de belangrijkste financier van de kosten die de alliantie zelf maakt. Nederland is goed voor 3,4 procent.

Trumps nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio sprak woensdag met NAVO-topman Mark Rutte waarbij hij de betrokkenheid van de VS bij het bondgenootschap onderstreepte. Maar ze spraken ook over een eerlijke lastenverdeling en de noodzaak van “defensievaardige bondgenoten”, aldus een verklaring van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Bron: ANP