Amsterdamse politiek veroordeelt geweld tegen Maccabi-supporters
AMSTERDAM (ANP) – Amsterdamse politieke partijen in de gemeenteraad hebben met afschuw gereageerd op het geweld tegen Israëlische voetbalsupporters. Volgende week is er een spoeddebat met burgemeester Femke Halsema over de gebeurtenissen na de wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv.
De Amsterdamse PvdA, de grootste partij in de stad, wil dat de feiten over de aanvallen op Israëlische voetbalsupporters “zo snel mogelijk boven tafel komen”. Coalitiepartner GroenLinks riep de politiek op de rust te bewaren en D66, de derde partij in het college, reageerde vol afkeur op de aanvallen. De VVD in de hoofdstad wil dat er snel actie wordt ondernomen om de veiligheid van Joden te garanderen.
Itay Garmy, raadslid van de Amsterdamse afdeling van Volt, noemt de aanvallen op Israëlische voetbalsupporters “misselijkmakend”. “Woedend en misselijkmakend – dat zijn de overheersende gevoelens na de afschuwelijke gebeurtenissen van de afgelopen nachten”, schrijft het raadslid, dat zelf Joods is.
De Amsterdamse fractievoorzitter van JA21, Kevin Kreuger, richt zich op X tot burgemeester Femke Halsema: “Hoe je het doet, maakt mij niet uit, maar je gaat nu als de sodemieter zorgen dat onze Joden veilig zijn. Wat een ongelofelijke teringzooi.” De daders moeten volgens hem “keihard” worden aangepakt. “En ik kan je vertellen dat we daar andere mensen voor nodig hebben dan die slappe linkse hap die nu in Amsterdam aan de knoppen zit.”
Ook het CDA in de hoofdstad is “boos en geschokt door het extreem gewelddadige antisemitische geweld”. “Gisteravond herdacht Amsterdam de Kristallnacht, waarin werd stilgestaan bij de verschrikkingen van antisemitisme en haat in onze geschiedenis. Deze herdenking werd gevolgd door een weerzinwekkende geweldsuitbarsting in onze straten.” De partij wil dat de daders opgespoord en vervolgd worden. “Wij ondersteunen de burgemeester, officier van justitie en politie in de stappen die zij daartoe ondernemen. Deze daders mogen hun straf niet ontlopen.”
Bron: ANP