Aantal oliebollenkramen flink gestegen, mede door corona

DEN HAAG (ANP) – Het aantal bedrijven dat in Nederland oliebollenkramen exploiteert is de afgelopen jaren flink gegroeid. Stonden in het vierde kwartaal van 2013 nog 307 bedrijven ingeschreven, in dezelfde periode van dit jaar zijn dat er 425. Dat komt naar voren uit gegevens van de Kamer van Koophandel (KVK). Voorzitter Atze Lubach-Koers van de Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders (BOVAK), die het gros van de oliebollenondernemers vertegenwoordigt, merkt ook dat er flink meer kramen zijn bijgekomen. Vooral de coronacrisis heeft daar volgens hem aan bijgedragen.

Lubach-Koers denkt dat er deze winter zo’n 1200 oliebollenkramen verspreid door het land staan. “Dat zijn er in de loop der jaren flink meer geworden, onder andere door corona. Als kermisbranche lagen we destijds stil, maar van gemeenten kregen we de mogelijkheid om wel oliebollenkramen te exploiteren. Loketverkoop was namelijk wel toegestaan”, legt hij uit. “Voor menig exploitant heeft dat ervoor gezorgd dat de oliebollen inkomsten genereerden.”

De meeste oliebollenondernemers zijn sinds jaar en dag terug te vinden in Gelderland, blijkt uit de KVK-gegevens. In het vierde kwartaal van 2013 ging het om 80 bedrijven die met kramen langs straten en op pleinen oliebollen aan de man brachten. Dat aantal steeg in de loop der jaren tot 105 in de laatste maanden van dit jaar. Zowel het relatief hoge aantal als de stijging verbazen Lubach-Koers niet. “Kermisexploitanten wonen veelal in Apeldoorn, een plek die centraal is en van waaruit men minder ver hoeft te reizen.”

Noord-Brabant

Naast Apeldoorn wonen volgens de BOVAK-voorzitter ook relatief veel kermisondernemers in Noord-Brabant. De gegevens van de KVK ondersteunen dat. Na Gelderland staan de meeste oliebollenondernemingen deze winter ingeschreven in Noord-Brabant, 80 in totaal. Ook hier is het aantal bedrijven gestegen, van 65 in het laatste kwartaal van 2013.

De KVK heeft gegevens verzameld op basis van SBI-codes, die aangeven wat de belangrijkste bezigheden van een bedrijf zijn, in combinatie met het woord ‘oliebol’ in de bedrijfsomschrijving. De handelskamer merkt daarbij op dat het daadwerkelijke aantal oliebollenbedrijven hoger kan uitvallen.

Volgens Lubach-Koers geven deze cijfers daardoor wel een wat vertekend beeld, omdat veel ondernemers ingeschreven staan als uitbaters van kermisattracties. “Corona heeft ons geleerd dat we ons niet moeten laten beperken als het gaat om SBI-codes. Het ene jaar kunnen ondernemers een oliebollenkraam uitbaten, maar het andere jaar net zo goed een attractie.”

Bron: ANP