Loonongelijkheid in twee derde van de wereld afgenomen sinds 2000

GENÈVE (ANP) – De loonongelijkheid in de wereld is sinds de eeuwwisseling in ongeveer twee derde van alle landen afgenomen. Dat meldt de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) in een donderdag verschenen rapport. Ondanks die positieve trend, ziet de aan de Verenigde Naties gelieerde organisatie verspreid over de wereld nog wel altijd aanzienlijke verschillen tussen mensen met hoge en lage lonen.

De ILO merkt dat inkomensongelijkheid een “belangrijk thema” is voor beleidsmakers. “Het aanpakken van grote inkomensverschillen is voor veel landen en internationale organisaties een hoofddoel geworden. Dit om sociale samenhang, maatschappelijk welzijn en duurzame, rechtvaardige en welvarende samenlevingen te waarborgen”, schrijft de organisatie in haar rapport. “De ILO erkent dat beleid gericht op het verminderen van ongelijkheid op de arbeidsmarkt een sleutelrol speelt bij het verminderen van de algehele ongelijkheid.”

Volgens de ILO is het verschil tussen de lonen van hoog- en laagbetaalden in veel landen met gemiddeld 0,5 procent tot 1,7 procent per jaar afgenomen. De sterkste dalingen zag de organisatie terug in landen met lage inkomens, zoals Mali, Ethiopië en Madagaskar. Daar bedroeg de jaarlijkse gemiddelde daling 3,2 procent tot 9,6 procent.

Hogere middeninkomenslanden

In rijkere landen nam de loonongelijkheid langzamer af. Voor hogere middeninkomenslanden, waar ILO bijvoorbeeld China, Ecuador en Mexico onder schaart, zag de VN-organisatie een daling tussen de 0,3 procent en 1,3 procent. In hoge inkomenslanden, waar ook Nederland toe behoort, betrof de daling 0,3 procent tot 0,7 procent.

De ILO constateert dat de lonen de afgelopen tijd sneller zijn gestegen dan de inflatie. De reële lonen, de lonen gecorrigeerd voor inflatie, stegen wereldwijd met 1,8 procent in 2023 en op basis van prognoses verwacht de organisatie voor dit jaar een groei van 2,7 procent. Dat zou de sterkste stijging in vijftien jaar zijn. In 2022 was er juist nog sprake van een loondaling, vooral door de sterke inflatie dat jaar.

Ongelijk verdeeld

Wel waren de loonstijgingen ongelijk verdeeld. Zo stegen de reële lonen in onder meer Azië, het Stille Oceaangebied en Oost-Europa sterker dan in andere delen van de wereld. “De terugkeer naar een positieve groei van de reële lonen is welkom”, zegt directeur-generaal Gilbert Houngbo van de ILO. “We mogen echter niet vergeten dat miljoenen werknemers en hun gezinnen nog steeds lijden onder de gestegen kosten om in hun levensonderhoud te voorzien.”

Bron: ANP