Diederik Ebbinge is soms te druk: dan breekt de paniek uit

Diederik Ebbinge komt er soms te laat achter dat hij te veel hooi op zijn vork heeft genomen. Dat vertelde de acteur en regisseur aan Cornald Maas in de eerste aflevering van een nieuwe reeks van het tv-programma Volle Zalen op NPO 2. De uitzending was om de actie Giro555 verzet van woensdag naar zondag.

Deze week gaat de door Ebbinge geschreven en geregisseerde musical Onze Jordaan in première. Verder presenteert hij de komende tijd de tv-programma’s Promenade, Kiespijn en Top 2000 à Go-Go. Maas vroeg zich af of al die creatieve processen wel tegelijk in het hoofd van Ebbinge passen. “Nou nee, op een gegeven moment blijkt het allemaal te veel te zijn, en dat is een soort valkuil waar ik al meerdere malen in mijn leven ben ingetuind”, zei Ebbinge.

De regisseur en tv-maker refereerde aan de burn-out waarmee hij elf jaar geleden te maken kreeg. “Dat begon met paniekaanvallen en enorme angsten. Ik heb toen een tijd niet gewerkt en ben aan de haal gegaan met therapieën en alles”, vertelde Ebbinge. Daar leerde hij veel van, maar hij balanceert nog steeds weleens op het randje van wat hij aankan. “Ik ben er wel eerder achter dan tien jaar geleden, maar ik heb wel dat ik dan opeens denk: ga ik dit allemaal redden? Ik loop tegen een muur aan.”

“Dan breekt de paniek uit, ik mag niet omvallen. Want als ik uitval dan kan het allemaal niet doorgaan en dat heeft allerlei consequenties voor heel veel mensen, voor mijn kinderen, voor mijn hypotheek. Dat soort gedachten heb ik dan”, vertelde Ebbinge.

De 55-jarige maker zegt dat hij tegenwoordig een aantal “lieve mensen” om zich heen heeft verzameld die zijn agenda goed in de gaten houden. In drukke perioden drinkt hij dan geen alcohol en gaat vroeg naar bed. “Ik ga dan een saai leven leiden om het allemaal toch te kunnen doen.” Waarom hij dan toch zoveel werk aanneemt? “Omdat ik in eerste instantie alles zo leuk vind”, bekende hij. “En op een gegeven kom je erachter dat bij een teveel van leuk, op een gegeven moment niks meer leuk is.”

Bron: BuzzE